Hoeveel zakgeld geef je aan je kinderen?

Heel wat ouders geven zakgeld aan hun kinderen. Uiteraard is dat geen verplichting en is dat een persoonlijke beslissing. Sommige ouders geven immers liever geld aan hun kinderen als ze dat echt nodig hebben. Zakgeld heeft echter wel voordelen, met name dat je je zoon of je dochter de waarde van geld leert. Maar hoeveel geef je, hoe vaak en op welke leeftijd? We bekijken dat even van dichtbij.

Als je kinderen zakgeld krijgen, leren ze hun budget beheren en worden ze zelfstandig. Het doel van zakgeld is niet op lange termijn sparen, maar wel om het te gebruiken voor kleine uitgaven: een broodje, een drankje, snoep, een kaartje voor de bioscoop enz. Of leren sparen op korte termijn voor een grotere aankoop, zoals oortjes of een paar baskets. 

Als je zakgeld geeft, beslis je vrij over het bedrag en de frequentie ervan. Ook al krijgen sommige kinderen vroeger zakgeld, de meesten beginnen het te krijgen rond 12-13 jaar, wanneer ze naar het middelbaar onderwijs gaan.

Het bedrag moet overeenstemmen met hun leeftijd, hun behoeften (wat ze zelf betalen) en jouw inkomen. Zo kan een kind van 10 jaar voldoende hebben met 5 euro per maand en een jongere van 12-13 jaar met 20 euro per maand, terwijl een adolescent van 16-18 jaar tot 20 euro per week kan krijgen. Om je kind echt zijn eigen budget te leren beheren, moet je het geregeld zakgeld geven (elke week of elke maand).

Vóór de leeftijd van 11-12 jaar, kan je beter cash geven. Muntstukken en bankbiljetten zijn het meest tastbaar voor jonge kinderen. In het begin van de adolescentie, zodra je kind naar het middelbaar onderwijs gaat, is het beter dat je voor hem of haar een zichtrekening opent met een betaalkaart. Op die leeftijd zal je zoon of je dochter meer geneigd zijn om met de kaart of met een app te betalen.

• Laat je kind zelf zijn budget beheren. Het zal ongetwijfeld fouten maken, maar daar kan het dan uit leren.
• Geef je kind zeker geen “voorschot” of een “extraatje” als het alles heeft uitgegeven.
• Laat je kind beschikken over zijn geld naar eigen goeddunken, en laat het kopen wat het wil.

Naast zakgeld zullen heel wat ouders sparen “voor later” zodat hun kind wat spaarcentjes heeft om van start te gaan in het leven. Je hebt daarvoor diverse mogelijkheden:

• Spaarrekening: je kan er al een openen van bij de geboorte van je kind en het kan er zelf over beschikken als het 18 wordt. Tegenwoordig is de rente op een spaarrekening evenwel heel laag.
• Levensverzekering met jouw kind als begunstigde:
  • Levensverzekering van tak 21 met gewaarborgde rente.
  • Levensverzekering van tak 23 met een potentieel hoger rendement, maar zonder kapitaalbescherming of een gewaarborgde rente. Je geld wordt immers gespreid over beleggingsfondsen die mogelijk risico’s inhouden.
  • Levensverzekering van tak 44 met een combinatie van een levensverzekering en een gewaarborgde rente (tak 21) en eentje waarvan het rendement niet gewaarborgd is (tak 23).