Roerende voorheffing: alle geheimen ontsluierd
In België moet je bepaalde belastingen betalen op verschillende spaarrekeningen en beleggingsproducten. Denk bijvoorbeeld aan de roerende voorheffing. Maar wat is dat precies en is dat op jou van toepassing?
Wat is de roerende voorheffing?
De roerende voorheffing is een
belasting die je betaalt aan de overheid op de
inkomsten uit de meeste van je
roerende waarden. Roerende waarden zijn onder andere spaarrekeningen, aandelen, obligaties, bepaalde
tak 23-verzekeringscontracten, spaarverzekeringen enz. De inkomsten uit die waarden omvatten intresten, dividenden (het deel van de winst dat een onderneming aan je uitkeert) en meerwaarden. Auteursrechten zijn een andere categorie roerende inkomsten.
Ontdek ons aanbod en start met beleggen
Hoeveel bedraagt de roerende voorheffing?
De roerende voorheffing bedraagt meestal 30% van de ontvangen intresten en dividenden. Behalve in enkele specifieke gevallen waar het tarief verlaagd is tot 15%, met name op het deel van de intresten van een gereglementeerde spaarrekening dat meer dan 980 euro bedraagt. In de meeste gevallen wordt de roerende voorheffing aan de bron ingehouden. Je moet ze dus niet zelf betalen en ook niet aangeven in je belastingen.
Wie betaalt de roerende voorheffing?
Aangezien de roerende voorheffing meestal wordt afgehouden aan de bron, betaal je die niet rechtstreeks. Het is de instelling die je de roerende inkomsten verschuldigd is of de financiële tussenpersoon die bij de betaling van deze inkomsten betrokken is, die ze inhoudt en betaalt aan de belastingen. Dat kunnen financiële instellingen zijn die je de intresten storten op een termijndeposito, bedrijven die je dividenden uitkeren op aandelen, enz. In principe zijn de inkomsten die je ontvangt netto en hoef je ze niet meer te vermelden op je belastingaangifte (het is een ‘bevrijdende’ roerende voorheffing).
Welke roerende inkomsten zijn niet belastbaar?
Je hoeft geen roerende voorheffing te betalen op bepaalde roerende inkomsten. Denk bijvoorbeeld aan:
- Intresten op een gereglementeerde spaarrekening tot 980 euro (1.960 euro als de rekening op naam van beide echtgenoten staat, het wordt dan een dubbele vrijstelling genoemd).
- Meerwaarden op delen van beveks die niet meer dan 10% investeren in schuldvorderingen (obligaties…).
Je DVV-consulent is er voor jou
Heb je meer algemene vragen over beleggen? Vraag raad aan een DVV-consulent, zij of hij helpt je graag.
Gepubliceerd op 26/10/2021